|
Biografie Patrick Moya
In 1955 zag Patrick Moya in de Franse plaats Troyes het levenslicht.
Zijn ouders waren oorspronkelijk uit Spanje afkomstig. Patrick Moya
studeerde beeldende kunst bij Villa Arson in Nice. Daarna poseerde hij
gedurende 10 jaar als naaktmodel bij de kunstacademie met het doel om
schepsel te worden in plaats van schepper.
Omdat hij McLuhan gelezen had, een wetenschapper die bestudeerd heeft
welke invloed de media op de mens hebben, vroeg Moya zich af welke
wijzigingen de nieuwe media aan de kunstgeschiedenis zouden toevoegen.
Deze alomtegenwoordige media, zoals de directheid van de televisie,
biedt de schepper geen tijd meer om de geschiedenis van de kunst te
vertellen: hij moet, om te bestaan, het schepsel zelf worden.
Na de lange periode waarbij hij zich in de rol als narcistisch mens
spiegelde in de ogen van andere mensen, wijdt hij voortaan zijn leven
aan de beeldende kunst. Door op talloze manieren de letters van zijn
naam weer te geven werd het kunstwerk zijn signatuur. Deze periode
"néo-lettriste" (nieuwe letters) werd in 1996 gevolgd door de
uitvinding van de "kleine Moya", een karikatuuraal zelfportret. Vanaf
dat moment bestaat Moya in zijn eigen kunst.
Sinds 1998 vertegenwoordigt Galerie Ferrero, bekend als beschermer van
de grootste kunstenaars van de School van Nice, het werk van Moya. Zijn
werk kwam in een stroomversnelling en hij creëerde zijn eigen universum
met komische en poëtische figuren in de vorm van beesten met menselijke
trekjes, die rechtop staand de toeschouwer aankijken. In 1999
verschijnt Dolly, een guitig schaap, dat zichtbaar wordt tijdens de
techno avonden bekend onder naam "Dolly Party". Ook Dolly verrijkte
zijn universum.
In juni 2007 beëindigde hij, na vier jaar, de beschildering van de
kapel die zijn naam draagt en die in Clans staat. Clans is een
hooggelegen dorpje in de Alpes Maritimes. In februari 2009 kon hij op
zijn eerste praalwagen, die hij voor het carnaval van Nice ontworpen
had, meerijden. In de tussentijd had Moya enorme metalen sculpturen in
Azië gerealiseerd en de bedjes van keramiek in Italië gemaakt. Met
verve verwisselt hij de penselen voor de computer, de hedendaagse kunst
voor de digitale, ja zelfs postdigitale, kunst.
Geen grenzen accepterend wil Moya overal zijn en alles aanraken: sinds
1985 maakt hij gebruik van een computer om de letters van zijn
naam te schrijven, en al snel daarna creëerde hij beelden en later 3-D
films, waarbij hij zijn universum herschiep.
In februari 2007 richt hij zich op Second Life (SL). Op het virtuele
eiland dat hij op het web bezit, is de kunstenaar eindelijk een
schepsel geworden onder de naam van zijn avatar, Moya Janus, die zijn
bezoekers ontvangt en onderdompelt in zijn universum. Dit eiland,
ontworpen als een alomvattend kunstwerk, is het eindresultaat van een
poging om ergens binnen te dringen, een onderdompeling in zijn
wereld geworden.
Tegenwoordig wordt Moya ook erkend als numeriek kunstenaar. Hij heeft
deelgenomen aan de expositie van digitale kunst: “Rinascimento
Virtuale”, die in 2009 in het antropologische museum van Florence werd
gehouden. Een hele zaal was gewijd aan de "Wereld van Moya".
In 2011, op het moment dat bij de uitgeverij ArtstoArts de oeuvre
catalogus van Moya verscheen (40 jaar kunst en 4200 kunstwerken) zag
een nieuwe wereld van Moya het licht op de muren van het kunstcentrum
La Malmaison in Cannes. Fresco's van 90 meter lang en 4 meter hoog
vertelden zijn avontuur. Deze expositie is ontleend aan de identiteit
van Second Life en biedt de bezoeker de mogelijkheid de avatar van Moya
te ontmoeten en in zijn gezelschap langs zijn virtuele wereld te lopen.
En vandaag gaat het avontuur verder, zowel in het echte leven als in de
virtuele wereld: in Korea, in Fontainebleau, Monaco, Brussel, Padua,
Keulen en Metz en dus ook in de virtuele wereld van Moya Land, die toch
zo echt lijkt...
Voor informatie over het werk van Patrick Moya kan in Nederland contact
worden opgenomen met Marie Paule Eeckhout, telefoon 030-6046679. Op de
website van Patrick Moya, www.moyapatrick.com, zijn veel details te
vinden.
Tekst: Florence Canarelli
Nederlandse vertaling: Ria Bitter
|